www.peterdebruin.net

Saädi – het licht van het doel

Tot de Ene, de Volmaaktheid van Liefde, Harmonie en Schoonheid, het Enige Wezen, verenigd met al de verlichte zielen die de belichaming vormen van de Meester, de Geest van Leiding.

(De Perzische dichter) Saädi heeft in zijn werk de 'Gulistan' een prachtige gedachte geuit. Hij zegt: Iedere ziel was bedoeld voor een speciale bestemming en het licht van dat doel werd ontstoken in die ziel. Het is maar een kleine zin, maar het is een heel boek in zichzelf. Wat zegt het ons? Dat dit hele universum is als één symfonie en alle zielen zijn als verschillende tonen. Hun activiteiten zijn afgestemd op het ritme van deze symfonie en hun leven heeft als doel deze symfonie volkomen te maken.

Mensen zijn verlangend om iets te ondernemen en dan wachten ze jaren en jaren lang, ongelukkig, wanhopig wachtend op het grote moment dat moet komen. Dat laat zien dat de ziel in haar onderbewustzijn weet dat er een toon is die aangeslagen moet worden, en het ogenblik waarop de ziel die toon aanslaat, zal zij voldaan zijn en toch weet zij niet wat voor toon het is, noch wanneer die tot klinken zal worden gebracht.

Wat is het leven en wat houdt ons gaande in deze wereld van beperkingen, deze wereld van voortdurende veranderingen, vol valsheid en vol van lijden en zorgen? Als er iets is in deze wereld dat ons in leven houdt dan is dat de hoop - de honing van het leven. Er is niet één ziel in deze wereld die zegt: "Nu ben ik voldaan, ik heb geen verdere wensen." Bij iedereen, wat ook zijn positie in het leven mag zijn, iemand die heel rijk is of arm, iemand die vol leven is of een ander die ziek is, in alle omstandigheden is de mens voortdurend aan het verlangen en aan het wachten op iets dat komen gaat; hij weet weliswaar niet wat, maar hij is aan het wachten. De ware uitleg van het leven is wachten, op iets aan het wachten zijn. En waarop is het dan dat de mens aan het wachten is? Het is de vervulling van het doel van het leven, die komt, wanneer de ziel die toon aanslaat die bedoeld is om haar toon te zijn. En dit is het waarnaar zij zoekt, hetzij op het uiterlijke of op het innerlijke plan. En de mens heeft niet het doel van zijn leven vervuld, totdat hij die toon heeft aangeslagen, die zijn toon is. De grootste tragedie in het leven is de vaagheid of afwezigheid van doelstelling. Als het doel niet duidelijk is lijdt de mens, hij kan niet ademen. Hij weet niet wat het doel is, wat hem te doen staat.

Dit leven zal hem dingen aanbieden die hem voor het moment zullen interesseren, maar op het ogenblik dat hij dat ding in zijn bezit heeft, zal hij zeggen: "Nee, dat is het niet, het is iets anders." Zo gaat de mens verder, in een illusie, voortdurend zoekende en toch niet wetend wat hij zoekt. Gezegend degene, die het doel van zijn leven kent, want dat is de eerste stap van vervulling.

Maar hoe kunnen we ons levensdoel leren kennen? Kan iemand het ons vertellen? Nee. Niemand kan het ons vertellen, want de ware natuur van het leven is zelf-openbarend en het is onze eigen fout, als wij niet open zijn voor die openbaring die het leven ons aanbiedt. Het is niet de fout van het leven, want de ware natuur van het leven is onthulling. De mens is voortgekomen uit de natuur, daarom is zijn doel de natuur. Maar de gekunsteldheid van het leven brengt verhulling voort, die hem verhindert om bij die kennis aan te landen die genoemd kan worden de openbaring van iemands eigen ziel. En als u mij nu vraagt, hoe men te werk moet gaan, zou ik u aanraden om ieder onderwerp te bestuderen, of het waar of onwaar is, ieder onderwerp dat u bezighoudt en u aantrekt, waartoe u zich uiterlijk voelt aangetrokken en ook innerlijk aangetrokken. En wees niet twijfelachtig en argwanend. Wat Christus leerde van de ochtend tot de avond was geloof, maar de interpretatie van dit woord is niet duidelijk gemaakt. De mensen hebben gezegd: geloof in een priester, in de kerk of in een sekte. Dat is niet de betekenis. De ware betekenis van geloof is vertrouwen in zichzelf.

Iemand kwam bij mij en zei: "Ik wil graag uw ideeën volgen. Wilt u mij ontvangen? Wilt u mij u laten volgen?" Ik zei: "Ja. Maar wilt u mij zeggen of u geloof hebt?" Deze persoon was even van zijn stuk gebracht. Toen zei hij: "Nou, ik heb geloof in u." Ik vroeg: "Hebt u geloof in uzelf?" Hij zei: "Nou, daar ben ik niet zo zeker van." Ik zei: "Uw geloof in mij zou van geen nut voor mij zijn; wat ik nodig heb is uw geloof in uzelf."

Vrienden, wat we in de wereld moeten leren is in de eerste plaats onszelf te vertrouwen. Die weifelende neiging van de geest: "Zal ik wel, zal ik niet? Is het goed, of is het slecht?" houdt de mens in verwarring. En dan mag hij jaren lang de beste bedoelingen hebben, maar hij zal op dezelfde plaats blijven rondhangen. Hij zal niet vooruitkomen, want zijn eigen verwarring zal zijn ledematen verlammen. Hij zal denken voorwaarts te gaan, maar hij zal op dezelfde plaats blijven stilhouden, waar hij staat.

De mens moet initiatief hebben. En dit is het woord, waar initiatie vandaan komt. Wie is de ingewijde? De dappere, de moedige. Wie is er dapper en moedig? Degene die zichzelf vertrouwt. Alleen het vertrouwen in zichzelf zal van enig nut zijn voor hemzelf of anderen.

De mensen zeggen: "Zij die een simpel geloof en vertrouwen hebben, lijden veel en komen tot mislukking." Ik zal zeggen: "Neen, want wat wordt gewonnen is zoveel meer dan wat wordt verloren. Om het vertrouwen te versterken moet men een paar mislukkingen ondergaan. Ik zou de voorkeur eraan geven te vertrouwen en slecht behandeld te worden, dan te wantrouwen."

De kracht die geloof en vertrouwen geeft, is de goddelijke kracht.

De mens die zijn medeschepselen vertrouwt, inspireert tot vertrouwen bij anderen. Hij kan zich zo ontwikkelen, dat hij de onbetrouwbaren kan veranderen in betrouwbaren; met voldoende vertrouwen in zijn hart kan hij de macht ontwikkelen om dit te doen. Ik herinner me altijd de zegen die ik van mijn heilige meester, mijn leraar, ontving. Het was: "Moge je geloof gesterkt worden." Ik was jong en verwonderde me dat hij niets over geluk, een lang leven of voorspoed had gezegd. Ik heb nu de betekenis van die zegen leren begrijpen en ik begrijp het elke dag nog beter. Al de zegeningen die de mens in het leven verkrijgt, alles dat in de hemel en op aarde is, wordt het bezit van de mens, wanneer zijn geloof versterkt wordt.

We lezen elke dag in de geschriften over 'geloof' maar hoe weinig denken we daarover na en hoeveel mensen zijn er tegenwoordig niet, die daarover beginnen te lachen. Aan geloof hechten ze geen aandacht; het is iets dat hun niets zegt. Het is zo iets simpels en toch zo veelomvattend. Het is een wonder. Het is een mirakel. Al onze zwakheden, al onze mislukkingen, al onze begrenzingen, al ons lijden, komt van gebrek aan die substantie, die geloof is. Al het succes, alle geluk en vooruitgang, alles dat bereikt wordt is te danken aan geloof. De werken van Saädi onderwijzen vanaf het begin de eerste les van geloven, van begrijpen; dat we hier in deze wereld niet tevergeefs zijn, om ons leven te verknoeien. We zijn hier voor een doel en ieder van ons voor een speciaal doel. En ieder van ons maakt een atoom uit van dit universum en als we onze toon niet laten klinken, dan betekent dat, dat die toon ontbreekt in de symfonie van het geheel en als we het doel van ons leven niet vervullen op deze manier, waarvoor we geschapen werden, leven we niet op de goede manier en daardoor zijn we niet gelukkig.

Ons geluk hangt af van op de juiste manier te leven, en juist leven hangt af van het aanslaan van die toon, en het bewustzijn van dat doel is in het boek van ons hart. Open dat boek en kijk ernaar. Alle meditatie, alle concentratie en contemplatie dient slechts om dit boek te openen, om onze geest te richten en te zien welk doel daar is in ons leven.

En zodra we ons uiteindelijke doel en de bestemming en het geluk van ons leven zien, zodra we zien dat onze ware gezondheid en ons ware welzijn en onze ware rijkdom en voorspoed liggen in de vervulling van ons levensdoel, dan zal de hele tendens van het leven veranderen.

(Vertaling Peter de Bruin i.s.m. Myra van Leer, 1994)